Het leven is als een redevoering;
niet de lengte maar de INHOUD is belangrijk!

(kwaliteit gaat boven kwantiteit)

 

Applets

Lengte-, oppervlakte- en inhoudsmaten omrekenen

Inhoud van ruimtelichamen (T&O)

Omtrek (perimeter) & oppervl. (area) (e)
Metrieke stelsel (I)
Lengte/oppervlakte/inhoud  (O) (XLS)

Lengte, oppervlakte, inhoud  (O)

Lengtematen omzetten  (O)

Oppervlakte en inhoud ruimtefiguren

 

Inlijsten

oppervlakte en volume van kubus

oppervlakte en volume van balk

oppervlakte en volume van prisma

oppervlakte en volume van cilinder

cilinder

kegel  

Oppervlakte en inhoud ruimtefiguren

Cilinder, kegel, bol

Alternatieve formules

Oefenopgaven

Oppervlaktematen omzetten

Volumematen omzetten

Omtrek  (perimeter) Oppervl. (area) (e)

Index Meetkunde Wisk.-interactief 

Oppervlakte en inhoud kubus  |  balk  |  prisma  |  cilinder

Oefeningen cilinder

Oefeningen kegel

Oppervlakte en volume

 

Lengtematen omrekenen

Inhoudsmaten omrekenen

Ruimtefiguren calculator

Oppervlakte bodem en volume ruimtefiguren

Volume ruimtefiguren

Oppervlakte en volume

Excel 

Metriek stelsel

Omtrek, oppervlakte & volume calculator

Oppervlakteberekeningen

Inhoudsberekeningen

Volume lichamen

 

Hotpotatoes

Ruimtefiguren

Inhoud ruimtefiguren

GEOGEBRA

    Omtrek en oppervlakte  (uitleg verschillen)

Omtrek & oppervlakte letters

Omtrek rechthoek

Omtrek vierkant

Omtrek veelhoek

 

Oppervlakte vierkant

Oppervlakte blijft gelijk

Omtrek & oppervlakte rechthoeken 1  (random)

Omtrek & oppervlakte rechthoeken 2  (random)

 

Oppervlakte ruit

Oppervlakte ruit 2

Oppervlakte ruit en vlieger

Oppervlakte rechthoek & parallellogram 1

Oppervlakte rechthoek & parallellogram 2

 

Inlijsten

Inlijsten2

Oppervlakte driehoek & parallellogram

Oppervlakte driehoeken  (demo)

Oppervlakte driehoek  (uitleg formule)

Oppervlakte driehoeken

Omtrek & oppervlakte driehoeken  (random)

 

Oppervlakte parallellogram  (uitleg formule)

Omtrek & oppervlakte parallellogrammen  (random)

Oppervlakte trapezium

Oppervlakte trapezium  (uitleg formule)

Omtrek & oppervlakte trapezium  (random)

Oppervlakte regelmatige zeshoek

Oppervlakte regelmatige achthoek

 

Vergroten

Oppervlaktevergroting vierkanten  (demo factor)

 

KUNNEN  /  VAARDIGHEDEN

Formules beheersen en kunnen toepassen (van alle omtrek-, oppervlakte- en inhoudsformules)

Het metrieke stelsel beheersen en gebruiken kunnen toepassen/omrekenen (de dubbele schema's van zowel oppervlakte-eenheden als ook de volume-eenheden)

Inhoud (= volume) berekenen van ruimtefiguren (ook piramide, cilinder, prisma en samengestelde (complexe) ruimtefiguren)

Oppervlakte berekenen van de ruimtefiguren kubus, balk, piramide, cilinder en prisma

Middelloodlijn van een lijnstuk tekenen (=construëren

KENNEN  /  BEGRIPPEN  /  TAGS

bodem  |  grondvlak  |  inhoud  |  volume  |

kubieke centimeter (cm3)  |  kubieke decimeter (dm3)  |  kubieke meter (m3)  |  liter  |

piramide  |  cilinder  |  kegel   |  prisma 

middelloodlijn  |  scherphoekige driehoek  |  stomphoekige driehoek

UITLEG & DEMO

YOUTUBE

Ruimtelijke figuren

Omtrek, oppervlakte en inhoud

Inhoud kubus, balk, cilinder en prisma

Inhoud piramide en kegel

Volume piramide

Inhoud cilinder

 

Oppervlakte cilinder

Oppervlakte cilinder

Oppervlakte kegelmantel

Oppervlakte samengestelde figuren

 

Vademecum oppervlakte en inhoud

Hoe herken je een prisma

Prisma's en andere 3D-figuren

Inhoud prisma

Inhoud diverse ruimtelijke figuren

Inhoud balk, cilinder, kegel

 

Oppervlakte cilinder berekenen

 

Formules ruimtefiguren

Inhoud balk en cilinder (slideplayer)

rr

KENMERKEN PRISMA

In de meetkunde is een n-zijdig prisma een veelvlak dat bestaat uit een n-zijdige veelhoek als grondvlak, een verschoven kopie van dit grondvlak en n zijvlakken die deze twee vlakken met elkaar verbinden.

1)  Heeft 2 evenwijdige vlakken
De bovenkant (= 'delsel') en onderkant (= grondvlak/bodem) hebben dezelfde vorm (gelijke vlakken)
en lopen evenwijdig aan elkaar
). 
Het grondvlak kan drie- of meerhoekig zijn.

De evenwijdige vlakken hebben de vorm van een veelhoek en kunnen beide grondvlakken zijn
(
na een halve slag (draai over 180°)).
LET OP: Het grondvlak van een prisma hoeft dus niet altijd het onderste grensvlak te zijn waarop het figuur ligt;
mogelijk is de prisma gekanteld en is het grondvlak een zijaanzicht of het bovenaanzicht van het ruimtefiguur

2)  Is in gelijke plakken te verdelen
Een prisma kun je tussen het grondvlak en de bovenkant in gelijke plakken verdelen; iedere plak (ieder snijvlak) heeft dezelfde vorm als het grondvlak. 
Alle doorsneden zijn identiek en evenwijdig aan het grondvlak van de prisma.

3)  Heeft géén gebogen ribben
Alle zijkanten van een prisma hebben de vorm van een rechthoek; d
e opstaande ribben lopen evenwijdig aan elkaar.
Een cilinder kan dan ook géén prisma zijn. 
Echter, een prisma kan wel een cilinder zijn!

De scheve toren met veelhoekig grondvlak hierboven (afb. C) is wél een prisma!
Zou het grondvlak rond/gebogen zijn, dan zou het géén prisma zijn!!

Recht prisma:  de opstaande zijvlakken staan loodrecht op het grondvlak.  Kubus en balk behoren tot de rechte prisma's.

Scheef prisma: de zijvlakken staan niet loodrecht op het grondvlak.

Parallellepipedum: Een prisma waarvan het grondvlak een parallellogram is. 
een veelvlak met zes zijden (zesvlak), die alle zes een parallellogram zijn,
een zesvlak met drie paren van parallelle zijdes

Haaks:           Basis en hoogte staan altijd loodrecht (haaks) op elkaar; let op het 'loodrecht-teken'.

Bodem:         De bodem (het grondvlak) van een ruimtefiguur hoeft niet persé onderaan het figuur te zijn; draai het ruimtefiguur maar eens langzaam rond en kijk welk grensvlak ook als bodem kan dienen.

Maateenheden: Gebruik de juiste maateenheden
Bij het berekenen van een oppervlakte vermenigvuldig je altijd  '2 richtingen'  met elkaar; die '2'  zie je terug bij de formulering van het eindantwoord (cm2, dm2, m2, enz.)
Bij het berekenen van de inhoud vermenigvuldig je altijd  '3 richtingen'  met elkaar; die '3'  zie je terug bij de formulering van het eindantwoord (cm3, dm3, m3, enz.)
Gebruik geen verschillende maateenheden doorelkaar; altijd eerst omrekenen en 'gelijknamig maken' (geen appels met peren vergelijken)

Schets:          Maak eerst (op een apart kladblaadje) een eenvoudige schets en schrijf alle gegevens, zowel de hoekpunten als de lengtematen en hoekgrootten, bij de verschillende lijnstukken.

Lezen:            Let op, wordt de omtrek, de oppervlakte of de inhoud gevraagd?  Goed lezen dus !!

Formule(s):   Vermeld gebruikte formules bovenaan de uitwerkingen, probeer de formule daarna recht eronder uit te werken
Noteer dan de HELE formule; schrijf er bij WAT je gaat berekenen ( bijv.   opp. rechth.  =  l * b )

Vermeld de volledige gebruikte formule bij je berekening; het is wel handig deze verkort te noteren.
Een praktische manier van afkorten is steeds achter de eerste lettergreep een extra letter toe te voegen.
Meestal is een dergelijke manier ook duidelijk voor anderen die jouw schriftelijke uitleg willen volgen.

OPPERVLAKTE
(2 haakse richtingen vermenigvuldigd)

opp. vierk. =  z * z  (z2)   (z = zijde)

opp. rechth. =  l * b

opp. parallellogram. =  b * h

opp. drieh. =  b * h : 2 

opp. cirkel =  s * s * pi

opp. ruit  =  b * h   of   (d1 * d2) / 2

opp. vlieger  =             (d1 * d2) / 2

opp. trapezium =  (a + b) * h / 2

INHOUD
(3 haakse richtingen vermenigvuldigd) 

inh. prisma    =  opp.  Grondvlak  * h    of     Bodem  *  h

inh. prisma    =                     G          * h    of            B      *  h

inh. kubus     =  z * z * z  (z3)         of      inh. kubus      =  B * h

inh. balk         =  l * b * h                of      inh. balk           =  B * h

inh. piramide =  l * b * h : 3          of      inh. piramide  =  inh. balk : 3

inh. cilinder   =  s * s * pi * h         of     inh. cilinder =  G * h

inh. kegel       =    s2  * pi * h : 3    of     inh. kegel     =  inh. cilinder : 3

inh. bol           =    s3  *  pi  *  4/3

Let op:  Bij de formules van de inhoud betekent B de Bodem (= Grondvlak); deze niet verwarren met de breedte (b).
Tip: Bewaar deze formules in je werkschrift; schrijf de lastigste formules aan het begin van een toets op een kladblaadje !!

Metriek stelsel:  Bij het omrekenen van de lengte- , oppervlakte- of inhoudsmaten altijd het gebruikte deel van het metrieke stelsel bijschrijven
Het 'dubbele kettinkje' met de eenheden van de inhoud moet je helemaal kunnen opschrijven.
Ezelsbruggetje volgorde:  Kan (km) het (hm) dametje (dam) met (m) de (dm) centimeter (cm) meten (mm)?
Beide 'kettinkjes' zijn met een vet 'is'-teken met elkaar verbonden  ( 1m3  = 1 kl,   1 dm3 = 1 liter,   1 cm3 = 1 ml )
Bij het omrekenen van de lengte- , oppervlakte- of inhoudsmaten hoef je enkel het gebruikte deel van het metrieke stelsel bijschrijven.

 

 

Tip:  Schrijf / plak deze afbeeldingen voorin je werkschrift!!

Eindantwoorden: Eindantwoorden goed (apart van de berekening?) formuleren; let op de juiste (gevraagde) maateenheid

Spelling:        kubusjes, kubussen, breedte, parallellogram (rLLLLr), parallellepipidum, cirkel, de grootte

     OMTREK, OPPERVLAKTE & VOLUME   cirkel, cilinder en kegel

eenheid   aantal decimalen 

         

INVOER  

(Decimale getallen met een punt intoetsen)

straal 

 

 

    

hoogte ruimtefiguur 

    

 

 


FORMULES  (Klik op het vraagteken; klik nogmaals om de antwoorden weer te verbergen)
(z = zijde,  l = lengte,  b = breedte (basis),  h = hoogte,  d = diagonaal,  bz = basiszijde),  G = Grondvlak)

omtrek vierkant =   ? 

omtrek rechthoek =   ? 

omtrek veelhoek =  totaal van alle    ? 

omtrek cirkel =   ? 

 

oppervlakte vierkant =   ? 

oppervlakte rechthoek =   ? 

oppervlakte parallellogram =   ?  

 

oppervlakte driehoek =   ? 

 

oppervlakte cirkel =   ? 

 

oppervlakte ruit =   ?     of      ?  

oppervlakte vlieger =   ?  

oppervlakte trapezium =   ?  

inhoud ruimtefiguur =   ? 

 

inhoud kubus =   ? 

inhoud balk =   ? 

inhoud piramide =   ? 

 

inhoud cilinder =   ? 

inhoud kegel =   ? 

inhoud bol =   ? 

 

inhoud prisma =   ? 

 

oppervlakte balk =   ? 

oppervlakte piramide =   ? 

oppervlakte cilinder =   ?