" Bijeengelezen: Een plaatje zegt meer dan duizend woorden, een ervaring zegt meer dan duizend plaatjes."

 

Applets

 

Oefenopgaven

 

HOT POTATOES

Geogebra

UITLEG EN DEMO

 

 

YOU TUBE

Koershoek bepalen

Koers en kaart

Hoeken meten met een geo

 

Doorsnede

Index VMBO (Word)

 

Pythagoras in de ruimte

Pythagoras in de ruimte

 

Hoogtelijnen

Hoogtekaarten

Doorsneden hoogtelijnen

Verticale doorsneden van een landschap

Verticale doorsnede van een hoogtekaart

 

 

Praktijk

Suggesties voor pass/kkende inhoud zijn welkom!

KUNNEN  /  VAARDIGHEDEN

-

KENNEN  /  BEGRIPPEN  /  TAGS

windrichtingen  |  noordpijl  |  koershoek  |  hoogtelijnen  |  doorsneden  |  diagonaal  |  lichaamsdiagonaal  |  aanzichten  |  ruimtefiguren  |  uitslagen  |  bouwplaat  | 

 

Landkaarten worden meestal getekend met het noorden aan de bovenkant. 

Als het anders is staat er altijd een noordpijl of windroos bij.       

 

Een tuinontwerp bij een woning wordt meestal haaks op de weg getekend of gezien vanuit de kamer.  Met behulp van de noordpijl kun je dan zien de zithoek moet komen om zoveel mogelijk van het zonlicht te kunnen genieten.

voorbeeld 1  |  voorbeeld 2  |  voorbeeld 3

 

De schaal van de plattegrond vertelt iets over de verhouding van de werkelijkheid met de afbeelding of model.
De legenda verklaart de betekenis van de tekens op de kaart.  De titel zegt waar de kaart over gaat.

kaart Leeuwarden

Tekenen en meten: Natuurlijk heb je elke les al je tekenmaterialen (potlood, puntenslijper, gum, geodriehoek en passer) bij je, maar dit hoofdstuk is dat wel erg belangrijk.  Verschillende lijnen en hoeken moeten getekend of opgemeten worden.
Zorg daarom voor een duidelijke geodriehoek (soms zijn de lijnen en cijfers weggesleten), want als jouw antwoord bij nameten van een hoekgrootte meer dan 2 graden afwijkt, wordt deze fout gerekend.
Maak bij het tekenen zoveel mogelijk gebruik van de blauwe roosterlijnen van het papier.  Begin een lijn bij een roosterpunt en teken zoveel mogelijk precies over de roosterlijnen.

Aanzichten: Er zijn verschillende aanzichten:
Een bovenaanzicht is een aanzicht waarbij je van boven af, in vogelvlucht, op het object kijkt.
Een vooraanzicht is een aanzicht waarbij je tegen de voorkant van het object aankijkt.
Een zijaanzicht is een aanzicht waarbij je tegen de zijkant van het object aankijkt. Er is een linker zijaanzicht en een rechter zijaanzicht.

Vaardigheden ruimtefiguren tekenen:
1) Je tekent met behulp van een scherp potlood.  Fouten verbeter je met een gummetje.
2) Gebruik bij het tekenen je geodriehoek of een liniaal.
3) Zorg voor een passend formaat; niet te klein maar ook weer niet te groot.  Minimaal 4 en maximaal 8 hokjes voor een ribbe.
4) Bij een kubus zijn de lijnen naar achteren (de dieptelijnen, perspectieflijnen) de helft van de echte lengte.
5) Lijnen in de diepte teken je met 2 vakjes opzij en 1 vakje omhoog. (= ongeveer een hoek van 30°)
6) Hulplijnen teken je dun, echte lijnen teken je dik en lijnen die je niet ziet teken je gestippeld.
7) Gebruik hoofdletters in een standaard volgorde om de hoekpunten te benoemen. Start zoveel mogelijk links-onderin het figuur en benoemt de hoekpunten dan tegen de wijzers van de klok in.