Radiaal
1 radiaal (rad) is de draaiingshoek in de eenheidscirkel die
hoort bij een cirkelboog
met lengte 1. (pi rad = 180 graden)
Radius
Een ander woord voor straal (s) van een cirkel is Radius (r)
Rangtelwoord
Woord dat door een getal de volgorde aangeeft : eerste, tweede, ...
Rationeel getal
Q is de verzameling van alle breuken
Symbool : Q
Rechthoek
Een vierhoek (parallellogram) met vier rechte hoeken
kenmerken rechthoek:
- een vlak figuur
- 2 paar gelijke zijden
- 2 paar evenwijdige zijden
- vier rechte hoeken (90°)
- de diagonalen zijn even lang en delen elkaar doormidden
- de diagonalen zijn even lang
- twee symmetrieassen (loodrecht op elkaar)
- draaisymmetrisch over 180 graden
Formules:
Bij rechthoeken onderscheiden wij 2 verschillende zijden;
de
langste zijde is de
lengte (l), de kortere
zijde is dan de breedte (b)
omtrek rechthoek = lengte + breedte + lengte + breedte (de som van alle
zijden)
(2*(l + b) of
2l + 2b))
oppervlakte cirkel = lengte keer breedte (l * b)
Rechte
Een rechte (lijn) bevat oneindig veel punten en heeft dus géén begin- en eindpunt
Rechte hoek
Een haakse hoek van 90 graden
(90°); beide benen van deze hoek
staan
loodrecht op elkaar
Twee lijnen die haaks op elkaar staan, maken vier rechte hoeken
Rechte lijn
Een rechte lijn ('Rechte') is een verzameling punten
die kaarsrecht op één lijn liggen (lineair verband)
en aan beide uiteinden oneindig
doorloopt.
Een rechte heeft dus geen eindpunten
Rechthoekige driehoek
Een driehoek
met één rechte (haakse) hoek van 90º.
Doorgaans wordt deze hoek aangegeven met een 'rechthoeksteken' (winkelhaakje).
Beide andere hoeken zijn samen 90º.
Een rechthoekige driehoek bestaat uit
twee rechthoekszijden
(rhz) die loodrecht op elkaar staan en
een langste
zijde (hypotenusa)
Afhankelijk van de hoek van waaruit je kijkt, spreken wij van een overstaande rechthoekszijde en een aanliggende (aangrenzende) rechthoekszijde.
De
langste zijde (lz) wordt ook wel de schuine
zijde genoemd.
Deze omschrijving is niet altijd juist;
bij draaien van
een rechthoekige driehoek kunnen de rechthoekszijden ook schuin geplaatst worden.
De langste zijde is altijd de zijde tegenover de haakse hoek.
Rechthoekszijde (rhz)
Een rechthoekige driehoek heeft
twee rechthoekszijden
(rhz) die loodrecht op elkaar staan.
Beide rechthoekszijden begrenzen de
hoek met het 'loodrechtteken'
Rechthoekszijde berekenen
Reële getallen
De verzameling van alle getallen, ook die die niet als breuk geschreven worden
Dus R is de verzameling van alle Q + irrationele getallen
Symbool : R.
Reeksen
Regelmaat
Regelmatige veelhoek
Een veelhoek bestaat uit even lange zijden en even grote hoeken
Regels (in woorden)
Bij regels kun je in woorden opschrijven welke berekeningen je achtereenvolgens maakt
Rekenen procenten
Rekenen met formule
Rekenen met korting
Rekenen met letters
Rekenen met machten
Rekenen met tangens
Rekenen met tijd
Rekenen met verhoudingstabel
Rekenen via 1
Rekenketting
Rekenmachine
Rekenpijl
Elke bewerking ( vermenigvuldiging, deling, optelling, verschil
berekening, kwadraat, enz. ..) kan
verkort worden voorgesteld door middel van
een pijl met daarbij de bedoelde bewerking
De pijlpunt geeft de richting van de berekening aan. er is altijd sprake van 'één-richtings-verkeer
voorbeeld rekenpijl: IN aantal ... UIT bedrag in euro's
voorbeeld pijlenketting: IN aantal ... . . . UIT bedrag in euro's
Rekenregels
Rekenvolgorde (Voorrangsregel rekenen)
Let bij de berekeningen op de
juiste volgorde van de berekeningen.De voorste bewerking hoeft niet persé als eerste uitgevoerd te worden.
Haakjes - Machtverheffen/Worteltrekken - Vermenigvuldigen/Delen - Optellen/Aftrekken
(de / betekent dat de operators in gelijke rang zijn, ze worden in dat geval dan in volgorde van links naar rechts uitgevoerd)
Kies één van de volgende ezelsbruggetjes om de juiste volgorde makkelijk
te onthouden.
De eerste letters geven aan in welke volgorde rekenkundige
bewerkingen uitgevoerd worden. () x/:
+/-
Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoenden Afkomen?
Help Mij Van De Wiskundige Opdrachten Af!
Hare Majesteit Wacht Vele Dagen Op Antwoord
Hoe Makkelijk Was De Volgorde Ook Alweer
Het Mannetje Won Van De Oude Aap
Ha! Meer Vrije Dagen! Waar? Op Ameland.
Het Mooie Veulentje DRaaft Op en Af
De regel: 'Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord' is verouderd en dient niet meer gebruikt te worden!!!!
Rente
Rente op rente
Ribbe(n)
De Randen van een Ruimtefiguur; snijlijn van twee grensvlakken van een lichaam
Een recht lijnstuk die 2 punten van een ruimtelijk figuur met elkaar verbind
De randen waar grensvlakken bij elkaar komen heten ribben.
Een ribbe is altijd een recht lijnstuk tussen twee hoekpunten
De vouwlijnen van een bouwplaat (uitslag) zijn ribben, evenals de lijnen waar een plakstrook aan vast zit
Richting
Richtingsgetal
Het richtingsgetal (= hellingsgetal) bij een lineair verband is dat wat er per stap bijkomt als er sprake is van gelijkmatige groei (vaste toename per eenheid)
De helling van de grafiek in een punt is het hellingsgetal (=de
richtingscoëfficiënt) van de raaklijn in dat punt(de richtingscoëfficiënt in punt A is: delta y / delta x)
Rijen
Roosterlijnen
De blauwe lijnen van het roosterpapier van een wiskunde werkschrift
Roosterpapier
Papier met "ruitjes" (= vensters)
De hokjes van het wiskundepapier vormen samen een groot raster/rooster
Roosterpunten
Het snijpunt op roosterpapier waar twee (rooster)lijnen elkaar loodrecht snijden
Ruimtefiguren
Drie-dimensionale figuren met een lengte, breedte én een hoogte
In tegenstelling tot vlakke figuren hebben ruimtefiguren een
inhoud (ruimte)
voorbeelden: kubus, balk, piramide, cilinder, kegel, bol, prisma
Ruimtelijk tekenen
Ruit
Een ruit is een vlak figuur (vierhoek) met vier even lange zijden
Kenmerken:
a) alle vier zijden zijn even lang (een parallellogram met 4 gelijke zijden)
b) heeft 2 paar evenwijdige zijden
c) beide diagonalen zijn even lang
d) beide diagonalen staan loodrecht op elkaar (snijden elkaar loodrecht)
e) de diagonalen delen de hoeken middendoor
f) beide diagonalen zijn tevens de symmetrieassen (de diagonalen delen elke hoek in twee gelijke delen)
g) beide symmetrieassen staan loodrecht op elkaar
h) de diagonalen delen de hoeken middendoor
i) twee paar gelijke hoeken; de tegenover elkaar liggende hoeken zijn gelijk aan elkaar
(bij een ruit zijn twee van deze hoeken scherp, de andere twee zijn stomp)
Een bijzondere vorm van een ruit is het vierkant (vier gelijke zijden, vier gelijke
hoeken van 90 °en
de diagonalen staan loodrecht op elkaar)
Formules:
oppervlakte ruit = eerste diagonaal
× tweede diagonaal / 2 of
oppervlakte
ruit =basis x hoogte
omtrek ruit = 4 * zijde (de som van alle zijden)