A  |  B  |  C  |  D  |  EF  |  G  |  H  |  I  |  J  |  K  |  M  |  N  |  O  |  P  |  Q  |  R  |  S  |  T  |  U  |  V  |  W  |  X  |  Y  |  Z

echte breuk | eenheden | eenheidscirkel | eenparig | eerstegraads | elementen | elfproef | elimineren | ellips | enkelvoudig | etiket | Euler | Eulerwandeling | evenredig | evenwichtsstand | evenwijdig | evenwijdige grafieken | evenwijdige lijnen |
Excel | exponent | exponentieel | exponentieel verband | exponentiële groei | exponentiële vergelijking | extrapoleren

echte breuk

Breuk waarbij de teller een kleiner positief getal is dan de noemer; de waarde van de breuk is een decimaal getal tussen 0 en 1

 

eenheden

(Maat)eenheden geven aan wat het getal ervoor voor waarde heeft

De waarde van een bepaalde grootheid (bijv. Celsius is een eenheid van temperatuur)

Meer ...

elementen

Leden van een verzameling
voorbeelden: Zondag is een element van de verzameling van de dagen van de week
Maart is een element ven de verzameling van de maanden van het jaar
Opel is een element van de verzameling personenwagens
Wiskunde is een element van
de verzameling schoolvakken ("Met wiskunde ben je ook ín je element")

 

etiket

Gegevens bij pijl áchter een verhoudingstabel

Strookje papier of stof dat op of aan een voorwerp bevestigd wordt om bepaalde informatie te verschaffen (label)

Bij een verhoudingstabel staan de gegevens over de verhouding (=het verband) bij de pijl áchter tabel

 

Eulerwandeling

Een rondwandeling in een graaf, waarbij je langs alle punten komt

 

evenwichtsstand

Stand die bij een periodieke grafiek het 'midden' van het bereik van de grafiek aangeeft (het gedeelte van de grafiek bóven de evenwichtsstand is even groot als het gedeelte ónder de waagstand).

De evenwichtsstand is het 'midden' van de grafiek, maar hoeft niet het gemiddelde te zijn.  De lijn kan voor een groter gedeelte boven of onder het midden zitten.

Er bestaat verwarring over de evenwichtsstand als waarde en de evenwichtsstand als horizontale evenwichtslijn (bijv. y = 2)

De evenwichtsstand bereken je met de volgende formule:  evenwichtsstand = (laagste punt + hoogste punt) / 2

 

evenwijdig

Lijnen of vlakken zijn evenwijdig als ze dezelfde richting hebben (niet samen vallen) en elkaar (ook bij verlenging) niet snijden

Meer ...

evenwijdige grafieken

 

evenwijdige lijnen

Lijnen die dezelfde richting hebben en over de gehele lengte dezelfde afstand van elkaar hebben (ze liggen even ver van elkaar af; ze komen niet dichter bijelkaar; ze snijden elkaar niet, ze hebben ook bij verlenging geen gemeenschappelijk punt).

De horizontale lijnen van je geodriehoek zijn lopen ook evenwijdig.

 

  De horizontale roosterlijnen van een assenstelsel lopen evenwijdig aan elkaar, dit geldt ook voor de verticale lijnen.

  De ruimte tussen de blauwe grafieklijnen zijn aan de uiteinden even wijd, dit geldt ook voor de groene lijnen.

  Bij de rode lijnen is de ruimte aan het linker uiteinde vier hokjes, terwijl er rechts slechts drie hokjes ruimte is.  Als je de rode lijnen naar rechts door trekt, zullen ze dichter bij elkaar komen en elkaar uiteindelijk snijden.

excel

 

exponent

De aanwijzer, het getal dat de macht van een ander getal of grootheid aanduidt.

In de wiskunde is een exponent (van het Latijnse exponere: buiten plaatsen) het aantal malen dat het grondtal in een machtsverheffing met zichzelf vermenigvuldigd wordt om het resultaat te verkrijgen.
voorbeeld : 54 = 5 * 5 * 5 * 5 = 625.
De exponent is in dit voorbeeld 4.  Je vermenigvuldigt 4 keer hetzelfde getal 5 met zichzelf.

Het getal wat bij een macht(sgetal) boven staat  (in superscript); in de machtsverheffing 46 is 6 de exponent (4 is het grondtal)

Let op: exponenten worden ook wel met een ^-teken aangegeven; 4^6  is gelijk aan  46

Afhankelijk van het type rekenmachine/programma worden de volgende knoppen gebruikt om een exponent aan te geven:

 

Meer ...

exponentieel

Fungerend als of uitgedrukt in een exponent.

Meer ...

exponentieel verband

Als de x-waarden regelmatig oplopen en de y-waarden steeds met hetzelfde getal worden vermenigvuldigd,
is er sprake van een exponentieel verband met de formule: y = B • g x 

(B = beginwaarde,  g = groeifactor,  x = het aantal "stappen" (meestal in tijd),  y = eindwaarde)

Bij een exponentieel verband nemen de functiewaarden doorgaans zeer snel (explosief) toe.
Het is een misverstand dat alle snelle toenamen exponentieel zijn, ook andere verbanden kunnen een snelle stijging vertonen.

 

exponentiële formule

De formule van een exponentiële grafiek heeft altijd de vorm  h  = B  *  g t
(B = beginwaarde,  g = groeifactor per tijdseenheid,  h = hoeveelheid, beginwaarde,  t = tijd)

Bij een exponentieel verband is een variabele de exponent; de toename van een hoeveelheid (h) is afhankelijk is van de (regelmatige) toename in tijd (t).

De formule h = 3 × 5 t hoort bij een exponentieel verband.

Als t = 0,  volgt dat h  =  3 × 50  =  3 x   1  =    3  (beginwaarde b)

Als t = 1,  volgt dat h  =  3 × 51  =  3 x   5  =  15

Als t = 2,  volgt dat h  =  3 × 52  =  3 x 25  =  75

...

Als t = 6,  volgt dat h  =  3 × 56  =  3 x 15625  =  46875

 

exponentiële groei

In de tabel hierboven staan op de bovenste rij regelmatig opeenvolgende getallen.  De uitkomsten in de onderste rij zijn per tijdseenheid (t) steeds met hetzelfde getal vermenigvuldigd (steeds x 5).
Een dergelijke toename wordt een exponentiële toename of exponentiële groei genoemd.

Bij een exponentieel verband wordt de hoeveelheid (h) per tijdseenheid (t) steeds met hetzelfde getal vermenigvuldigd.  Dit vaste getal (g) heet de groeifactor. die bij die tijdseenheid hoort:  g > 0.

Neem bijvoorbeeld de celdeling. Je begint met 1 cel.  Als die zich deelt heb je er 2, delen die zich weer dan worden het er 4, 8, 16 enz..  De groeifactor is hier dus 2.

 

Om vast te stellen of een hoeveelheid h exponentieel groeit, deel je alle opeenvolgende waarden op elkaar.
Als daar steeds hetzelfde uitkomt, is er sprake van exponentiële groei.
De hoeveelheid h groeit dan als volgt:
Als t = 0,  heb je de beginwaarde b.
Als t = 1,  heb je h = b · g1
Als t = 2,  heb je h = b · g · g  =  b · g2
Als t = 3,  heb je h = b · g · g · g  =  b · g3

algemene formule exponentieel verband:  h = b · g t

De grafiek bij een exponentiële formule is 'steeds sneller stijgend' of 'steeds sneller dalend' en heeft een parabool-vorm;  dit kan een dalparabool of een bergparabool zijn.
Bij een dalparabool is de top het laagste punt en zie je dat in de formule de groeifactor g tussen 0 en 1 is.
Bij een bergparabool is de top het hoogste punt en zie je dat in de formule de groeifactor g hoger dan 1 is.

 

Voorbeelden:

 

exponentiële vergelijking

 

extrapoleren

Aflezen op een grafiek door die verder te tekenen buiten de gegeven waarden